De verschillende kunstdomeinen

In elke kunstdiscipline zijn er een aantal basiselementen die een kunstenaar kan hanteren om vorm te geven aan zijn idee. Het gaat niet over de techniek of over het onderwerp, maar over het gebruik van kleur, de ruimte, de compositie enzovoort. Die basiselementen noemen we bouwstenen. Met die bouwstenen kun je diepgaand communiceren over de betreffende kunstdiscipline en door ze bewust te hanteren, zorg je voor variatie en kwaliteit én maak je grondig kennis met de wereld van de kunsten. Je zou ze kunnen vergelijken met de grammatica in een taal.


Beeld

Je maakt kennis met de wereld van de beeldende kunsten: schilderkunst, sculpturen, collage, grafische kunst, performances ... Je ontdekt verschillende stijlen, kunstenaars en hun context. Je leert jezelf uitdrukken in beeldend werk en hoe je met beelden kunt communiceren. Je ontdekt de beeldende technieken en materialen.

Bij het maken van beeldend werk gebruik je materiaal. Je gebruikt dat materiaal op een bepaalde manier; dat is de techniek. Maar met materiaal en techniek alleen krijg je geen beeldend werk ...

 

VORM vormsoorten, contour (omtreklijn), patroon, silhouet, restvorm (tussenruimte), stileren
KLEUR kleurtonen (tinten), kleurverzadiging, kleurenharmonie, psychologische eigenschappen van kleur, symbolische eigenschappen van kleur
LICHT lichtbronnen, soorten licht, lichtrichting, schaduw, sfeer
LIJN lijnsoorten, lijnstructuur
RUIMTE ruimtesuggestie in het vlak, werken in de ruimte
TEXTUUR textuursuggestie
COMPOSITIE ordenen, principes, decoratie

Media

Je komt in aanraking met audiovisuele kunsten zoals fotografie, film, video, projectie en geluidskunst (audio). Zo ervaar je hoe kunstenaars hun mediaboodschap weergeven door gebruik te maken van allerlei technieken. In de media-activiteiten onderzoek je hoe je met media vorm kan geven, neem je een kritische houding aan, ontdek je de kracht van beeld en geluid en merk je hoe je je eigen boodschap sterk kan uitdrukken.

Door met media om te gaan verken je de mediabouwstenen.

 

DECOR voor- en achterplan, sfeer
KADER standpunt, camerabeweging, beeldgrootte, beeldcompositie, kadrering, beeldbewerking
MONTAGE volgorde, ritme

Muziek

Je krijgt kansen om verschillende muziekgenres te ontdekken. Je beluistert muziekstukken van componisten, maakt kennis met de muziektaal en verkent hoe je je via klank kan uitdrukken. Je zingt, speelt met instrumenten en maakt diverse composities door gebruik te maken van muzikale vormgevingsmogelijkheden.

De muzikale elementen waaraan je kunt werken, zijn ingedeeld in drie categorieën.

 

TIJD metrum (cadans), ritme, tempo, articulatie
KLANK melodie (variatie in toonhoogte), samenklank (harmonie), dynamiek (variatie in klanksterkte), timbre (klankkleur)
VORM vormprincipes, compositievormen

Drama/woord

Drama is de wereld van het theater. Je ontdekt hoe acteurs, schrijvers, scenografen en regisseurs een eigen wereld creëren. Je verkent verschillende genres en manieren hoe je met je lichaam en stem jouw verbeelding kan vormgeven en hoe je kan omgaan met het gesproken en het geschreven woord (poëzie, verhalen, dialogen ...)

Via improvisatie, figurentheater, teksttheater en andere werkvormen druk je je met behulp van de bouwstenen expressief uit.

 

 

ROL (wie) inleving, transformatie, rolvastheid, aandacht geven, interactie, oogcontact maken, présence, focus ondersteund door verkleding, attributen, schmink ...
SCENEVERLOOP (wat) fantaseren, mimisch uitbeelde, timing, spelinhoud verzinnen, generositeit, acceptatie, scenario-opbouw, spanning, sfeer onderstuend door dialogen, tekst, geluid, muziek ...
RUIMTE (waar) ruimtebewustzijn, ruimtesuggestie, koor, ruimteverdeling, open spelen, mise-en-scène onderstuend door speelvlak, decor, licht, projectie ...
Woord
VERDICHTING
TAALVERSCHUIVING
MUZIKALITEIT
EMOTIONALITEIT

Dans

Je verkent de boeiende wereld van de dans. Allerlei dansstijlen en dansbegrippen passeren de revue. Het gaat bij dans niet alleen over pasjes in een gestructureerde volgorde (folkloredans, jazzdance), maar ook over het geven van betekenis door middel van bewegingen van het lichaam. Je onderzoekt de verschillende bewegingsmogelijkheden waarmee je kan communiceren, want ook dans is een taal!

Je maakt je beweging krachtig door bewust de dansbouwstenen in te zetten.

 

RUIMTE ruimtelagen, richtingen, patronen, grootte, vorm, plaats
TIJD tempo, maat, ritme, duur, volgorde (frasering)
KRACHT spierspanning, gewicht, energie
RELATIE contrast, synchroon, inspelen op elkaar

Kunstzinnige integratie

Je kan ook diverse domeinen combineren! Net zoals in hedendaagse kunstvormen kun je ook in allerlei activiteiten de domeinen op elkaar laten inwerken. Je komt in contact met die cross-over en ontdekt de meerwaarde van het samenspel van verschillende kunstdisciplines. Aan jou om die meerwaarde te zoeken én te vinden!

Maak jouw eigen website met JouwWeb